Steeds meer frituurspeciaalzaken maken de slag richting buurtgebonden fast casual eethuizen. Met een meer eigentijds gezicht én aanbod willen de cafetariaformules jongere generaties over de drempel krijgen. De Rotterdamse formule Verhage is misschien wel het meest sprekende voorbeeld. Wat staat er op de menuborden?
De afgelopen tijd worstelden frituurformules merkbaar met hun rol in het huidige tijdsgewricht. Want onder welke noemer schaar je hun transformerende concepten? Directeur Ralph Markwat van FHC Formulebeheer weet precies welke kant hij op wil met eetconcept Family. Namelijk richting mild geprijsd eethuis van de buurt. "Zou je Family nog steeds een cafetaria noemen?" stelde Markwat onlangs retorisch.
Franchisemanager Peter Plantenga van AnyTyme, de cafetariaformule van Hanos-groothandels, kiest tegenwoordig onomwonden voor de term ‘fast casual restaurant’. In een interview zei hij: "Het kwaliteitsniveau van AnyTyme mag je gewoon vergelijken met casual restaurantformules. Maar de prijs voor maaltijden ligt bij AnyTyme wel pakweg €10,- lager dan in een regulier restaurant. Daarom kiezen we ook bewust voor de term fast casual."
Het meest zichtbaar stoeide snackformule Verhage met de labeling van zijn nieuwe koers. Het Rotterdamse concept, in 1967 ontstaan uit een buurtsnackbar, betrok zelfs openlijk de gasten bij dit dilemma. Enige tijd geleden postte Verhage op Facebook de volgende vraag: ‘Een heel luxe ‘cafetaria’, restaurant, lunchroom, snackbar en ga zo maar door. We zien veel verschillende dingen voorbij komen. Hoe zou jij ons omschrijven tegenover je vrienden?’
Het aantal reacties hield niet over.
Meer dan oud-Hollandse snacks
In Ridderkerk opende Verhage onlangs de 44e vestiging. In een persbericht over de opening in Ridderkerk schrijft de formule: ‘Voorheen stond Verhage bekend als dé specialist op het gebied van klassieke, oud-Hollandse snacks uit de frituur, maar tegenwoordig zijn we veel meer dan dat…’
'Oud-Hollandse snacks', het klinkt bijna als een vintage specialiteit die zomaar weer hip kan worden bij jongere generaties, net als met oud-Hollandsche spelletjes als ganzenbord en mens-erger-je-niet in de cafés is gebeurd.
Snacks worden bites
De belegde wafels, die Verhage vijftien jaar geleden als vroege voorloper reeds adopteerde, zijn ingeruild voor Amerikaanse pancakes. Hiermee speelt Verhage in op de zoete snacktrend bij jongeren. Dat doet het ook met een pistache-shake, cheesecake, enkele zoete koffievariaties en muffins. Op het menu staat bovendien, naast ijs, al enige tijd gebak van de bekende patissier Dudok.
Het assortiment frituursnacks is in sub-categorieën verdeeld. Dat oogt meteen heel anders. Kroketten kregen net als in de patisserie een eigen label. Kipsnacks, bitterballen en minisnacks heten ‘bites’. Slechts de hardcore frituurbites staan nog onomwonden genoteerd als 'snacks'.
Brood is onderverdeeld in de segmenten tosti’s, clubs en uitsmijters. Belegde broodjes heten gewoon ‘brood’. Naast burgers, buckets en salades zijn de frietvariaties samengebracht. Verhage geeft de keuze uit gewone friet, wedges en twisters, negen sauzen en twee frietgerechten met toppings.
De snackvitrine zei Verhage al heel lang geleden vaarwel. In Ridderkerk blijft bovendien de bakwand buiten beeld. Maar ook de assortimentsborden boven de toonbank, doen in weinig meer denken aan de 'oud-Hollandse snackbar'. Dat komt ook doordat het oog meteen valt op de blikvangende foto van de pancakes. De andere helden van het assortiment zijn allemaal ongeveer even groot afgebeeld, maar een stuk kleiner dan de Amerikaanse pannenkoeken.