Het koffiekoekje verandert. De speakers knallen weer. De hond als horecagast. En de vrijmibo wordt domibo. In deze column geeft Food Inspiration redacteur Ubel Zuiderveld 5 trendobservaties. Met als toegift: het belang van dingen die hetzelfde blijven.
1. Hond rukt op als gast
De hond rukt op als gast. Ik zag deze zomer toeristen die bijna letterlijk met hun hondjes aan hun hart door een zonovergoten uitgaansgebied kuierden. Eentje had een buideltje om zijn middel, waar een hondje met zijn hoofdje uit hing. Zelfs zag ik een man en een vrouw die beiden een showmeubel van kunststof en substantiële proporties voor hun buik droegen. Achter doorzichtig plexiglas lagen hun kleine wit-pluizige hondjes op een kussentje.
Lang geleden zag ik eens vanuit een ooghoek hoe de kletsnatte bouvier van de patron zich na een herfstwandeling lekker ongeneerd uitschudden in een open restaurantkeuken. Lang geleden, gelukkig maar... Afgelopen nazomer ontwaarde ik een boordevol terras inclusief een man met hond. De hondenbezitter zat in een hoekje aan een tafeltje voor twee in de zon. Terwijl gasten naarstig naar een zitplaats zochten, lag de viervoeter prinsheerlijk met de ogen dicht op de ‘vrije’ stoel naast zijn trouwe tweevoeter.
De hondenhaak met waterbak bij de ingang van restaurants; ik zie ze eigenlijk nergens meer. Ik vraag het toch maar even: is jouw horecahondenbeleid duidelijk voor jouw gasten?
2. Vrijmibo wordt domibo
De vrijmibo wordt op grote schaal ingeruild voor de domibo. Vooral bij de overheid en in de zakelijke dienstverlening schijnt de vrijdag na corona nu écht een vaste thuiswerkdag te zijn geworden. De werkweekborrel op donderdagmiddag is nu een fenomeen op zich.
Als éénpitter houd ik de vrijmibo nog gewoon thuis. De domibo, daaraan doe ik zelf niet. Wel weet ik iets over de dinsdag. Net als in veel andere kleine steden en dorpen, was dat in mijn woonplaats van oudsher nooit een topdag voor de horeca. Gasten konden neerploffen waar ze wilden, plek genoeg. Maar de wet van de schaarste doet zijn werk: nu steeds meer horecabedrijven op dinsdag gesloten zijn vanwege gebrek aan personeel, is op een mooie dinsdagavond reserveren geboden, zelfs in mijn woonplaats.
3. De speaker knalt (weer)
Onderweg in de auto laat ik de speakers soms best wel knallen. Nirvana, Sex Pistols, dat soort werk. Ik herinner mij van héél vroeger dat muziek in restaurants zo hard stond dat het bijna onmogelijk was om de andere kant van de tafel te verstaan. Meestal was de waard dan van huis, en iedereen weet wat er gebeurt als dat het geval is…
Tegenwoordig is muziek in eetgelegenheden echt achtergrondmuziek. Al tientallen jaren dringt die zich hoogstzelden meer op de voorgrond in de maaltijdverstrekkende horeca.
In de tijd dat het er nog wel hard aan toe ging, waren speakers in restaurants nog zelden in plafonds ingebouwd. Tegenwoordig is dit wél bijna overal het geval. Dat heeft een nadeel: als horecabaas of medewerker kun je niet helemaal goed taxeren hoe luid muziek écht aankomt bij de gasten die er recht onder zitten. In elk geval neem ik anno 2022 waar: de speakers knallen op veel plekken weer luid en duidelijk.
4. Coronafamilies in de stad
Ik noem ze coronafamilies. Dat klinkt een beetje oneerbiedig. Maar ze zijn nieuw in het horecabeeld: millennials met kinderen van één tot drie jaar, geboren en opgegroeid tijdens de lockdowns.
Mijn indruk is dat ze, in tegenstelling tot oudere generaties, vaker kiezen voor vakanties en tussendoortripjes in of dichtbij de stad. Ze begraven zich niet op een camping op het platteland, maar zoeken met het gezin de reuring van de stad en de horeca.
Ik zag ze volop tijdens mijn stadsvakantie in het vroege najaar, de aanstormende millennialgezinnen. Misschien staan ze op een camperplaats vlakbij de stad. Misschien logeren ze via Airbnb. Maar het is ook mogelijk dat ze in een ‘huisjespark’ zitten in een wijk vlakbij het stadscentrum. Steeds meer bekende vakantieparkmerken hebben namelijk ook stedelijke accommodaties.
5. Het nieuwe koffiekoekje
Het koekje bij de koffie verandert. De horeca lijkt het al dan niet verpakte biscuitje voorbij. Mede in navolging van McDonald’s zie ik vaker nougatblokjes. Ook geheel in lijn met de trend van Amerikanisering: het harde chocolat chip cookie ligt steeds vaker op de rand van het schoteltje.
Ook ontmoette ik een miniatuur Luiks wafeltje met slagroom en zelfs een piepklein hoorntje met ijs en slagroom bij de koffie.
Het koffiekoekje verandert. Maar een trend om lang bij stil te staan is dat niet. Per slot van rekening verandert er zoveel in deze tijden vol sociaal-economische, technologische, politieke en maatschappelijke transities. We leven in een echte scharniertijd.
Daarom wil ik je bij deze ietwat triviale trendobservaties graag een mooie oneliner meegeven uit een roman die ik pas las: "Te midden van alle veranderingen zijn wij er niet in geoefend dingen te onderscheiden die hetzelfde blijven. Dat is een groot probleem, omdat dingen die niet veranderen praktisch altijd de belangrijkste zijn..."