110 concepten stonden op de lijst van horecagelegenheden die we vorige week in Parijs wilden bezoeken. Samen met collega Anna was ik drie dagen in de Franse hoofdstad om te zien hoe de horeca er daar na twee coronajaren voorstaat. Het werden zo’n 70 concepten die we daadwerkelijk aandeden. Dit is wat mij opviel tijdens onze driedaagse trendtour. 

1. Weinig systeemgastronomie, veel stand-alone concepten

De opkomst van systeemgastronomie is een van de belangrijkste foodtrends van dit moment. De procesgedreven en uiterst efficiënte verstrekking van eten en drinken neemt het – aangewakkerd door corona – wereldwijd over van kleinschalige, stand-alone horecaconcepten. In Parijs zijn echter opvallend weinig ketens; en de formules die er zijn hebben naar verhouding weinig outlets. In de wereldstad zie je juist relatief veel independent horecaconcepten.

Veel Parijse kantoren hebben geen bedrijfsrestaurant, in plaats daarvan krijgen medewerkers lunchtickets die ze bij verschillende restaurants kunnen inleveren. Tijdens onze trendtour belandden wij rond lunchtijd in Rue Saint-Lazare, een straatje vol met kleinschalige horecaconcepten gevestigd in een populair business district. Ik verbaasde mij erover dat de hardwerkende Parijzenaar blijkbaar tijd heeft/maakt om met dat lunchticket in de hand soms wel een half uur lang keurig in de rij te wachten op bijvoorbeeld dumplings van Bleu Bao, kebab van Paristanbul of tandoeri van Nirvana Dream; allemaal stand-alone horecaconcepten waar snelheid en efficiëntie niet bepaald op nummer een staan. 

2. Rustig op straat

In Amsterdam en in Rotterdam viel het me laatst op, en nu in Parijs weer: het is rustig op straat. En in de restaurants. En in de bars. Ondanks dat de coronaregels – op een mondkapje links en rechts na – vrijwel verleden tijd zijn, is de toeristenstroom nog lang niet op het niveau van pre-corona. Grote vriendengroepen of vrijgezellenfeesten zie je nog amper. Aziatische toeristen ook niet. Backpackers ook niet. De stad is van de inwoners, iets waar stedelingen altijd stiekem naar verlangden. Maar nu het al twee jaar zo rustig is, klinkt steeds harder het verlangen naar de toeristenaantallen van vroeger. De omzetten worden gemist. Terwijl de prijzen voor huisvesting, gas, elektra en ingrediënten razendsnel toenemen. En de coronaschulden bij vele ondernemers nog zwaar op de balans drukken. Locals alleen kunnen de vele horecagelegenheden nooit draaiende houden. Er zijn twee scenario's denkbaar: of toeristen moeten snel massaal terugkomen, of er zal een flinke shake out plaatsvinden van het horeca-aanbod.

Maaike op de fiets door een – relatief – rustig Parijs

3. Zoek niet naar vegan als je lekker plant-based wilt eten

Het gemiddelde menu van Parijs is nog altijd het klassiek Franse menu dat bij de vele bistro’s wordt geserveerd. Het gezelligheidsniveau en de kwaliteit van het eten is er ongekend hoog, het duurzaamheidsniveau ongekend laag. Toch zie je daarnaast ook steeds meer nieuwe concepten met een plant-based aanbod en een duurzame filosofie de deuren openen in de stad. Helaas is het eten bij deze plant-based pioniers vaak nogal gewoontjes. De gerechten blinken niet uit in smaak en kwaliteit. Mede-redacteur Sheila Struyck schreef er laatst ook al over: zoeken naar vegan restaurants is in Parijs niet de beste aanpak om lekker plant-based te eten. De beste vegan gerechten eet je er bij restaurants die al veel langer gespecialiseerd zijn in de plant-based keuken; bij Libanese, Indiase of Joodse restaurants, waar plantaardig eten in de cultuur verankerd zit en chefs al eeuwenlang getraind worden in de bereiding van de lekkerste vegan gerechten.

4. Lichtblauw is het nieuwe groen

Over healthy concepten gesproken: waar die voorheen met groene logo’s, groene muren en groene bedrijfskleding lieten zien dat ze werken volgens een duurzame filosofie, zie je nu dat de groene kleur heeft plaatsgemaakt voor lichtblauw. Concepten die groen doen kiezen er dikwijls niet meer voor om ook groen uit te stralen. Opvallend vaak zag ik in Parijs plant-based concepten in een lichtblauw jasje. Het B Corp-gecertificeerde on-the-go-concept Cojean (20 locaties in Parijs) is lichtblauw. Ook de populaire saladebarketen Mr. Garden (11 locaties) is blauw. Je zou het bijna verwarren met de vergelijkbare keten Côme (13 locaties), ware het niet dat hun huisstijl net iets meer naar paars neigt dan lichtblauw.

Cojean

5. In Paris you can speak English

Net als in Amsterdam viel het me in Parijs op dat steeds meer conceptnamen en gerechten met Engelse termen worden aangeduid. Wild & The Moon, Land & Monkeys, de restaurants van de populaire restaurantgroep Big Mamma (met namen als Pink Mamma en Big Love): allemaal (nieuwe) concepten met Engelse namen en Engelse gerechten op het menu. Zelfs in een klassieke Franse bistro waar wij een kop koffie dronken verontschuldigde de ober zich tegenover ons dat hij niet goed Engels sprak. In andere zaken werden we zelfs in eerste instantie in het Engels aangesproken.

Wild & The Moon in Parijs

Mijn docent Frans, meneer Schenk, zei altijd tegen zijn leerlingen dat ze de mooiste stad van de wereld niet konden leren kennen als ze de mooiste taal van de wereld niet konden spreken. Maar daar lijkt verandering in te komen. Met Engels kun je in Parijs tegenwoordig ook prima uit de voeten. Al blijft het Frans wel de mooiste taal van de wereld, daarin geef ik meneer Schenk geen ongelijk.