Paniek in de tent. Zo vlak voor de zomervakantie lijken veel retailers nog snel de verantwoordelijkheid voor hun te verzamelen impactdata bij hun toeleveranciers te willen leggen. De laatste weken gingen er massaal brieven de deur uit met daarin krappe deadlines om data aan te leveren en kregen tal van producenten verzoeken om zich te committeren aan klinkende ESG-ambities. Kan een retailer dit zomaar vragen? Waarom doen ze dit nu ineens? En hoe ga je hier als producent mee om?

Ik heb de afgelopen week tal van belletjes gehad van producenten met vragen over uiteenlopende onaangekondigde verzoeken: een door een retailer zelfontwikkelde vragenlijst over sociale risico-afdekking, een Ecovadis survey van een internationale retailer en meerdere opgelegde SBTi-commitments met onderliggende GHG-data rapportageverplichting waaraan producenten ineens moeten voldoen. Als je een jaar geleden een willekeurige groep producenten had verteld dat deze brieven op hen af zouden komen, hadden ze je uitgelachen. Trust me, ik heb het meerdere keren meegemaakt op het podium. En nu ineens is iedereen klaarwakker. Kan een retailer dit eigenlijk zomaar vragen? 

Het antwoord mag duidelijk zijn. Ja! Door wetgeving zijn retailers verplicht om hun ESG-impact in de totale keten in kaart te brengen en hun negatieve impact te reduceren. En dan zie je dat ze dit niet zonder betrouwbare input van de producenten kunnen. Het is een eeuwige cirkel van verbondenheid en afhankelijkheid. Waar ik het in dit stuk over retailer heb, kun je overigens ook foodservicegroothandel lezen. Daarvoor geldt precies hetzelfde.  

Lees ook: de impact van scope 3 uitgelegd aan de hand van 3 bolletjes ijs »

In de afgelopen weken zie je dat daardoor de dynamiek tussen commercie versus duurzaamheid verder op scherp komt te staan. Aan de ene kant moeten retailers verduurzamen, een verantwoordelijkheid die zij qua investering en uitvoering deels neerleggen bij hun toeleveranciers. Aan de andere kant willen ze competitief blijven in de strijd om de consument. Die belangen staan vaak op gespannen voet.  

"De dynamiek tussen commercie versus duurzaamheid komt verder op scherp te staan"

Enerzijds zet de inkoper producenten qua marge sterk onder druk, meer nog dan voorheen, terwijl anderzijds de MVO-manager van diezelfde retailer vraagt om impactdata en best practices op het gebied van duurzaamheid. Producenten komen daardoor toenemend in de squeeze. Zij betalen de rekening, of althans moeten extra werk verrichten om te kunnen voldoen aan de verwachtingen, terwijl hun winstgevendheid in een bikkelharde retailmarkt zwaar onder druk staat. Dat gaat een keer mis, tenzij ze de kosten bij de consument weten neer te leggen.

Ik heb altijd geleerd dat het geven en nemen is in een relatie, waarbij je idealiter eerst geeft om dan pas te kunnen nemen. Maar bovenal moet het in balans zijn. Die balans is op dit moment zoek. Waarom doet de retailer dit dan? 

"Om de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen voor 2030 te halen, is een flinke inhaalslag nodig"

De concurrentie op de retailmarkt is hevig en de marktomstandigheden zijn pittig, wat die broodnodige strategische vervlechting van commercie en duurzaamheid bemoeilijkt. Het is echter de enige manier om als keten vooruit te komen. Eilandjes hebben nooit gewerkt en om de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen voor 2030 die veel retailers hebben gesteld te halen, is een flinke inhaalslag nodig. Zaak is daarbij om de bureaucratische processen die in grote organisaties gebruikelijk zijn te omzeilen en meer te gaan ondernemen. 

Het kan voor producenten voelen alsof ze worden overvraagd. Maar als je van een afstandje kijkt, zie je dat die retailers niet anders kunnen. De invlechting van commercie en duurzaamheid, afgedwongen via CSRD-wetgeving, móet nu eenmaal gebeuren en die impactdata móet op tafel. Zoals Harvard Business Review mooi beschrijft, is het belangrijk om als sector zo snel mogelijk naar een ‘fase 3-duurzaamheidsorganisatie’ te bewegen, waarbij maatschappelijk verantwoord ondernemen en commercie volledig samenvallen. Wie vroeg op de trein springt, kan hiervan de vruchten plukken.

Hoe ga je hier als producent nu het beste mee om? Door stelling te kiezen! Ik voorzie dat jaargesprekken en de daarvoor onderliggende data, binnen nu en twee jaar, ook over impactdata zullen gaan. Eigenlijk zijn er maar twee scenario’s: ga direct all-in of ga niet en aanvaard de consequenties. Een beetje meedoen is geen optie, zeker op de langere termijn zeker niet. Wie het laat begaan, zich als laatste committeert of pas data aanlevert na meerdere herinneringen, zal het commercieel gaan voelen. Uiteindelijk zal het consequenties hebben voor je front- of backmarge, je schappositie of je gehele listing. 

“Ik voorzie dat jaargesprekken binnen nu en twee jaar ook over impactdata zullen gaan”

Ik zie producenten, zowel private label als A-merken, die koploper zijn en willen blijven en hier met de gehele organisatie vol voor gaan. En ik zie bedrijven die de kans omarmen om koploper te worden. Zij vervlechten ESG in de algehele organisatiestructuur en alle onderliggende disciplines. Hierdoor kunnen ze transparant en onderbouwd hun concurrentievoordeel blijven communiceren én met hun afnemers een gelijkwaardige langetermijnrelatie opbouwen, op basis van geven en nemen. 

Het is een kwestie van tijd dat commercie en duurzaamheid op gelijkwaardige voet deel uitmaken van de wederkerige relatie tussen retailer en producent. En de consument? Die zal de komende jaren een steeds duurzamer bordje eten voorgeschoteld krijgen. Minstens net zo lekker, maar wel tegen een eerlijkere (=hogere) prijs.

Over Wouter Staal

Van corporate marketeer tot impactondernemer tot duurzaamheidsstrateeg. Wouter is een verbinder pur sang, maar ook een pragmatist. Hij stond aan de wieg van Yoghurt Barn (later YB) en was een pionier op het gebied van eiwittransitie. Tegenwoordig helpt hij andere ondernemers en bedrijven om hun impact te vergroten en duurzaamheidsambities te versnellen.