Het bericht dat Lunch Garden* binnenkort failliet gaat, voelt alsof een stukje Belgische cultuur verdwijnt. Ik lees het met pijn in het hart. Voor velen was het dé plek waar je na een dagje shoppen of een zondagse uitstap ging genieten van een vol-au-vent of stoofvlees met friet. Geen gedoe, geen haute cuisine, gewoon lekker eten voor een schappelijke prijs. Toch blijkt dat concept anno 2025 niet meer te werken. En dat stemt tot nadenken.

*Lunch Garden is een bekende Belgische restaurantformule met bijna 60 jaar historie. De keten telt ruim 60 restaurants verspreid over België.

Wim Ballieu is een bekende tv-kok en horecaondernemer. In 2012 opende hij zijn eerste Balls & Glory-restaurant, inmiddels is het concept – dat de traditionele gehaktbal centraal stelt op het menu – uitgegroeid tot een succesvolle Vlaamse fast casual keten. Ballieu schrijft voor Food Inspiration over zijn ervaringen als horecaondernemer.

 

Laten we eerlijk zijn: Lunch Garden is niet zomaar gevallen. Het concept heeft in de voorbije jaren veel van zijn glans verloren – ondanks de geslaagde re-styling van enkele zaken en de catchy marketing. Het faillissement laat pijnlijk zien hoe moeilijk de horeca het vandaag heeft. De sector is een slagveld geworden met aan de ene kant fastfoodketens die je voor minder dan €10,- bedienen, en aan de andere kant de gastronomische toprestaurants waar je makkelijk een maandsalaris achterlaat. De middenweg – betaalbaar, gezellig en degelijk eten – lijkt steeds verder weg te zakken in de modder. 

Het bestaansrecht van die zaken zit volgens mij in 3 peilers:

  • je eet er goedkoper dan als je zelf zou koken;

  • je eet er lekkerder dan als je zelf zou koken;

  • je eet in een ongedwongen sfeer en komt makkelijk in gesprek met mensen.

Lunch Garden is – net als hamburgerketen Quick trouwens – ontstaan eind jaren 60, een tijd waarin het idee van grootschalige eetgelegenheden met een breed publiek net opkwam. Beiden onder de hoed van de voormalige GB-supermarktketen (Grand Bazar), die vele jaren later werd overgenomen door Carrefour.

Lunch Garden (toen onder de naam resto-GB), werd opgericht in 1966, geïnspireerd door zelfbedieningsrestaurants in Scandinavië. Het concept? Betaalbaar comfortfood, gericht op gezinnen en dagjestoeristen. Ze vulden een unieke niche: Quick als de Belgische McDonald's-killer en Lunch Garden als de plek voor klassieke Belgische maaltijden. Samen weerspiegelden ze de eetcultuur – én toegankelijke luxe – van een hele generatie.

"Het is een symptoom van een bredere trend waarin keuzes in de horeca zwart-wit worden: goedkoop of absurd duur"

Een deel van dat probleem ligt in de veranderende samenleving. Investeringen in ketens als Lunch Garden worden vaak geleid door grote investeringsfondsen die snelle rendementen verwachten, zonder echt te begrijpen wat het merk nodig heeft om te blijven bloeien. Ze knijpen de laatste marge eruit of bereiden voor op een verkoop, maken de keuken eenheidsworst en vergeten waar een keten als Lunch Garden écht voor stond: eenvoud, comfort en een gevoel van thuiskomen. Geen wonder dat klanten afhaken als de ziel van een zaak wordt uitgehold of opgesmukt.

Toch zit het probleem dieper. Het verschil tussen “eten” en “uit eten gaan” wordt steeds groter. Je kan kiezen tussen een fastfoodburger voor een onmogelijk lage prijs of een avondje sterrenrestaurant dat pijn doet in je portemonnee. Maar waar zijn de plekken gebleven waar je gewoon even ongedwongen kon tafelen? Waar je voor een faire prijs een lekkere, authentieke maaltijd kreeg zonder opsmuk? Lunch Garden was jarenlang dat antwoord. Maar de kloof groeit, en nu blijft de middenklasse van de horeca achter met een lege tafel.

"Wat vergeten wordt, is dat horeca niet alleen om eten gaat"

Het is ook een werkgever van duizenden mensen en een plek van ontmoeting, verbinding en gezelligheid. Lunch Garden bood werk aan generaties mensen die met trots hun schort aantrokken. Wat blijft er over als we steeds verder gaan richting schaalvergroting en robotisering? Een sector die ooit drijvend was op persoonlijk contact en passie dreigt te verworden tot een uitgeknepen spreadsheet van de laagste kosten en hoogste marges.

En dan is er nog de vraag: hoe kan een 'huis van vertrouwen' als Lunch Garden relevant blijven? Want ja, we kunnen nu allemaal wijzen naar stijgende prijzen, een veranderende gast of slechte keuzes in het verleden, maar misschien was het merk ook gewoon… moe. Hoeveel innovatie heeft een keten als deze nodig om overeind te blijven? Moeten we veranderen om te blijven bestaan, of hadden ze juist moeten teruggrijpen naar hun roots?

Het is meer dan het failliet van een keten; het is een symptoom van een bredere trend. Een waarin keuzes in de horeca zwart-wit worden: goedkoop of absurd duur. En waarin snelle winsten voor investeerders belangrijker zijn dan de rol van horeca als hoeksteen van onze maatschappij.

"Het verdwijnen van Lunch Garden voelt als een einde van een tijdperk"

Als ondernemer én liefhebber van de Belgische keuken raakt dit me. Ik droomde er ooit van om met Balls & Glory een shop-in-shop bij Lunch Garden te openen – een samenwerking die had kunnen werken. Want eerlijk? Slow food kan best mainstream zijn. Betaalbare gezelligheid hoeft niet onhaalbaar te zijn. Maar dan moeten we durven investeren in meer dan alleen spreadsheets. Voor mij is Lunch Garden een symbool van hoe horeca hoort te zijn: een plek waar iedereen welkom is, zonder pretentie. Laten we dat idee vasthouden, ook als bij Lunch Garden de deuren deels of helemaal sluiten. Het is het einde van een tijdperk dat we niet onopgemerkt mogen laten.