Overtoerisme is een serieus probleem dat de hospitalitysector niet langer kan negeren. Food Inspiration's founder Hans Steenbergen trok rond in stil Noorwegen en las over de toenemende protesten in Europa tegen de kwalijke gevolgen van het massatoerisme. Wat moet de hospitalitysector met de negatieve impact van haar eigen product?
In Loen, een toeristisch dorpje in West-Noorwegen, staat sinds 2017 een skilift die je in 5 minuten naar bergtop Hoven brengt. Boven wacht de wandelaar paden met een totale lengte van 70 kilometer in een ruig gebergte. Absoluut hoogtepunt is restaurant Hoven, een architectonisch hoogstandje dat tegelijk met de skilift is gebouwd. Het restaurant met metershoge overhellende ramen biedt een ongekend uitzicht op de fjorden een kilometer steil beneden je. Het is als een filmdecor waar Tom Cruise halsbrekende stunts verricht.
Toerist in Noorwegen
In het restaurant zijn groepen cruisetoeristen aangeschoven die vanmorgen in de haven zijn aangemeerd en eind van de middag weer vertrekken naar de volgende stop in Noorwegen. Als dagelijks uitstapje hebben ze gekozen voor de skilift naar boven. Veel tafels in het restaurant zijn bezet, maar wij – twee individuele toeristen – krijgen nog plek voor een lunch van een uur.
Toerisme is hier nog leuk
De cruiseschepen tellen meer gasten dan inwoners van Loen: met maar 600 inwoners is Loen een gehucht. Maar zoals op elke plek in Noorwegen is ook hier het voorzieningenniveau ongekend hoog. Vrijstaande huizen staan strak in de lak, de tuinen zijn aangeharkt, het wegennet is goed onderhouden. Er is voldoende gratis parkeerplek, de winkel bij de skilift ziet er als nieuw uit, de wandelpaden zijn uitstekend bewegwijzerd.
Toerisme is hier nog leuk. Het is in balans met de omgeving, zoals dat heet. Je bent in Noorwegen als toerist op bezoek in een omgeving die niet is ingericht op zoveel mogelijk geld uit je zak kloppen met prullaria, platte attracties en een overaanbod aan junkfood. De omgeving is nog intact: er zijn voorzieningen voor de bezoekers, maar de omgeving is grotendeels authentiek gebleven. Van massatoerisme is daarom nog een sprake. En dat gaat ook niet zo snel gebeuren: het land is 10 keer zo groot als Nederland en telt maar 5 ½ miljoen inwoners. Rust en ruimte zijn de essentie van het toeristisch product van Noorwegen.
Lees ook: Hoe hotels in Dubai zich onderscheiden met fine dining »
Noorwegen vergeleken met Nederland
Het toerisme in Noorwegen groeit, maar de omvang van de sector is in vergelijking met Nederland relatief klein. Uit cijfers van brancheorganisatie NHO Reiseliv blijkt dat de toeristische sector goed is voor 37 miljoen overnachtingen per jaar. Buitenlandse bezoekers zijn goed voor 11 miljoen nachten, het overgrote deel is binnenlands toerisme. De Nederlander houdt van Noorwegen: Nederlanders zijn er goed voor 1 miljoen overnachtingen. Hierbij worden niet alleen hotelovernachtingen maar ook camping en hytter – de vele blokhutjes in Noorwegen – meegerekend. De totale omzet uit horeca en toerisme wordt becijferd op 130 miljard NOK, zo’n 11,5 miljard euro. Er werken volgens NHO Reiseliv 182.900 mensen in de sector. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de omzet uit toerisme in Nederland wordt geraamd op 96 miljard euro. De sector is goed voor 790.000 banen. Alleen Amsterdam telde 22,1 miljoen overnachtingen in 2023. Voor 2024 worden alleen in de hoofdstad 23 miljoen overnachtingen verwacht.
Overtoerisme in Amsterdam
Hoe anders is dat in Amsterdam en in het kleine Nederland. Een dag na mijn bezoek aan Loen lees ik in de Amsterdamse krant Het Parool dat verontruste stadsbewoners opnieuw aan de bel trekken. Hun klacht is dat de stad onleefbaar wordt door het overtoerisme. De Wallen en andere delen van de binnenstad worden overlopen door 9 miljoen toeristen per jaar die allemaal een stuk Amsterdam willen opsnuiven. De overlast die dit veroorzaakt, – drukte, ongevallen, straatvuil, drankmisbruik, criminaliteit, toeristenwinkels, dure horeca, hoge huren, verlies van karakter van woon- en werkstad – drukt zwaar op de gemeentelijke diensten, het stadsbestuur en de inwoners. Ook in andere toeristische hotspots als de Canarische eilanden, Barcelona en Venetië klinken deze zomerprotesten van inwoners. Hun stad, hun eiland wordt onleefbaar.
Het wekt daarom geen verbazing dat Amsterdam het toerisme wil beteugelen. Er is al een hotelstop afgekondigd, er zijn strenge regels gekomen voor de verhuur van appartementen via AirBnB, de toeristenbelasting is verhoogd naar €16,76 per nacht, er zijn zelfs ontmoedigingscampagnes voor jonge Britse toeristen die Amsterdam zien als de plek waar je je bewusteloos kunt drinken. Er is een blowverbod op de Wallen, een verbod op vrijgezellenfeesten en het aantal zeecruises dat mag aanmeren wordt gehalveerd. En toch vragen de ongeruste bewoners zich af of dit voldoende is. Het aantal volgepakte vluchten naar Amsterdam is weer op het niveau van voor corona. Niets wijst erop dat het toerisme zal gaan afnemen, tenzij de toeristenbelasting nog sterker wordt verhoogd, zo denken ze. Er wordt door bewoners gedreigd naar de rechter te stappen als Amsterdam het aantal overnachtingen niet onder de 20 miljoen per jaar brengt, zoals in 2021 is afgesproken in de gemeenteraad.
Het probleem van de hospitality-industrie
Hoe moet de hospitality-industrie hierop reageren? Op de barricaden om de economische belangen veilig te stellen – de klassieke reflex – of zich achter de oren krabben en kritisch reflecteren over de eigen rol in het ecosysteem? In plaats van te protesteren tegen een verhoging van de toeristenbelasting met de reden dat die ten koste gaat van boekingen – aan de groei van het aantal overnachtingen te zien is dat vooralsnog niet het geval – of zich rekenschap gaan geven van de kwalijke gevolgen van het product dat ze verkopen? Met andere woorden: gaan ondernemers in de toeristische sector inzien dat overtoerisme ook hun probleem is? En dat het in hun belang is om met het stadbestuur, de gemeentelijke diensten en de inwoners intensief te gaan samenwerken om de binnenstad aantrekkelijk te houden als woon- en werkbestemming?
Lusten en lasten
Het is op lange termijn niet effectief als de lusten bij het bedrijfsleven komen te liggen en de lasten bij de gemeenschap. Op den duur kan zo’n disbalans leiden tot een aantasting van het positieve imago van de hospitality-industrie, strengere overheidsregels, boetes en verstoorde verhoudingen. Als alleen profit telt en negatieve impact wordt genegeerd, kom je in defensief.
Dan kan het imago van een sector gaan lijken op het beeld van Tata Steel in IJmuiden. Het staalbedrijf zit al jaren in de beklaagdenbank omdat het oplossingen traineert. Pas door rechterlijke uitspraken ging het bedrijf investeren in het tegengaan van de uitstoot van giftige stoffen. Die stoffen kwamen intussen terecht in de achtertuinen van inwoners uit de buurt waar kinderen opgroeien. Het bedrijf ontkende de ernst, wees op het belang van de werkgelegenheid en deed lange tijd veel te weinig om de negatieve impact te verminderen. In die positie wil je niet terecht komen. Het is een plek waar de tabaksindustrie al jaren zit.
Als alleen profit telt en negatieve impact wordt genegeerd, kom je in het defensief
Het is nog lang niet zo ver, maar als de berichten over toeristische overlast aan dovenmansoren zijn gericht, kan ook de hospitalitysector in de beklaagdenbank terechtkomen. Dan wordt geëist dat het toeristisch bedrijfsleven meebetaalt om hun sociaal-toxische effecten op te ruimen. De dreiging om naar de rechter te stappen is een eerste signaal dat de wind gaat draaien. Proactief je verantwoordelijkheid nemen voor de lasten van het product dat je aan de markt levert, hoort mijns inziens bij moderne bedrijfsvoering.
Toeristisch voordeel
Terug naar Noorwegen. Goede restaurants, bakkerijen en koffieadressen zijn dun gezaaid. In benzinestations overheerst het aanbod van fastfood: grillworsten in allerlei soorten en maten liggen uitgestald, net als de grote knijpflessen met ketchup, mayonaise en mosterd. Restaurants zijn er vooral in de steden: op het immense platteland moet je het doen met campingwinkels en supermarkten en een enkel hotel. Voor de aanschaf van wijn en gedestilleerd geldt nog altijd dat die alleen in schaarse staatswinkels – zogeheten Vinmonopolet – te verkrijgen zijn tegen forse prijzen. De accijns op alcohol hoort tot de hoogste in de wereld.
Restaurant Hoven op de bergtop is er gekomen dankzij het cruisetoerisme. Gezeten aan tafel zijn de grote schepen op het water in het fjord beneden gekrompen tot speelgoedbootjes. In de verte zien we de gletsjers van de Jostedal blinken in de zon. Ook zien we bergkammen waar Tom Cruise met zijn motor en parachute van af zou kunnen springen: de blockbuster Mission Impossible 8 Dead Reckoning is in deze regio opgenomen.
Overal in de wereld claimen restaurants een panoramisch uitzicht, maar de doorkijk bij helder weer in restaurant Hoven is adembenemend. Toerisme heeft ervoor gezorgd dat we daarvan kunnen genieten.
Lees ook: Wat valt Hans Steenbergen op deze maand?