"Er waren noch locals, noch toeristen, en ook de 30.000 ambtenaren en de vele expats die deze stad steevast verwelkomt waren niet te bespeuren"
In de tweede week van juli trok Food Inspiration’s Belgische collega Christophe Maes naar Brussel. Hij trof een stille stad, die normaal gesproken bruist van de locals, toeristen en expats. Maar nu door corona verslagen lijkt. Een - trieste - impressie van Christophe’s bezoek aan de hoofdstad van België.
Op de foto: Arjan de Boer, Christophe Maes en Thierry van Humbeeck
‘Blijf in uw kot' is wellicht nu al dé uitspraak van 2020. Het is de uitspraak waarmee de overheid de Belgen opriep om zoveel mogelijk thuis te blijven om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar de uitspraak is helaas ook van toepassing op Brussel, stelde ik vast toen ik er van de week een bezoek bracht. Onze mooie hoofdstad ligt er verlaten bij. Wat heeft de coronacrisis er ongelooflijk hard toegeslagen!
Als ware trendwatchers die zich niet laten tegenhouden door een virus waren we van plan 71 concepten te bezoeken. Onder andere hotels, restaurants, bakkerijen, koffiezaken en fast casual concepten stonden op ons lijstje. ‘We mochten eindelijk weer op stap’, zo was het gevoel. Maar dat gevoel maakte al snel plaats voor een leeg en triest gevoel.
We parkeerden de auto langs de Koolmijnenkaai en genoten van een kop koffie bij koffiebar LULU. Aansluitend zetten we onze weg op de fiets voort naar Hotel Belvue. De straten rondom de kaaien lagen er verlaten bij. Er was amper verkeer en ondanks het goede weer zagen we weinig andere fietsers en wandelaars. We zetten de tocht verder over de Antoine Dansaertstraat en passeerden langs Brussels Beer Project, dat op dat moment gesloten was. We kwamen aan op het vrij centrale, altijd gezellige en drukke plaçe Saint Cathérine. Fast casual zaken zoals Nona, Frites Atelier, Otomat, Be Burger en Umamido waren geopend, maar de terrassen waren ondanks het heerlijke weer nog niet half gevuld.
We fietsten verder en bezochten Wolf, de recent geopende foodmarkt aan de Wolvengracht. Zo’n dertig gasten waren in het enorme pand aanwezig, twee foodstalletjes waren gesloten. De bekende Rue des Bouchers trok onze aandacht. De - normaal gesproken - bruisende straat met lokkende kelners op de terrassen lag er triestig en verlaten bij; op de terrassen was niemand te vinden, de kelners namen niet eens meer de moeite om buiten te gaan staan. Ongelooflijk wat een leegte corona hier letterlijk en figuurlijk had aangebracht.
Dan maar verder richting Saint Gilles, maar ook daar was het niet anders: verschillende restaurants hadden aangepaste corona-openingstijden, anderen waren helemaal niet meer open geweest sinds de lockdown. Dat zag je aan de opgestapelde stoelen, de gesloten deuren en handgeschreven briefjes op de ramen.
Toen we langs het Flageyplein in Elsene fietsen moest ik terugdenken aan het massale feest dat daar losbarstte op de zaterdagavond na het officiële sluitingsuur van de Belgische horeca, aan het begin van de lockdown. Maar van dat enthousiasme was niets meer over, het plein lag er verlaten bij. In Brussel waren er noch locals, noch toeristen, en ook de 30.000 ambtenaren en de vele expats die deze stad steevast verwelkomt waren niet te bespeuren. Dat maakte dat de horeca er triest en verlaten bij stond.
Wat een vreemde indruk van een bruisende stad, een stad die de laatste jaren enorm in beweging was. Komen die gezellige, warme sfeer in de horeca en de multiculturele samenleving in de stad snel terug zoals weleer?