Manon van Essen ontwikkelde als ondernemer pizzabodems op plantaardige basis. Nadat ze dat bedrijf goed kon verkopen aan een grote speler, richtte ze zich met Foodture Rebels onder meer op investeringen in ontwikkelende foodbedrijven. Op televisie proeft ze de nieren van ondernemers in Dragon’s Den en beoordeelt ze of zij potentie hebben in de wereld van eten en drinken. Manon vertelt van wat voor soort merken haar hart sneller gaat kloppen en welke ondernemers haar verleiden om te investeren. “Banken snappen de foodwereld niet altijd.”
In welke fase van een bedrijf stap jij potentieel in?
“De start-upfase sla ik over. Dat is de periode waarin nog zo ontzettend veel onduidelijk is en werkelijk álles nog kan veranderen. Die moet een ondernemer zelf rond zien te krijgen met investeringen van friends, family and fools en op pure adrenaline en geloof in het idee. Ik denk na die eerste fase wel al heel vroeg mee of ik een product zie met marktvalidatie. Dat betekent dat er echt vraag is naar het soort product en dat het nog niet in deze vorm op de markt is. Daarnaast kijk ik heel erg goed naar de ondernemer. Dat is nog belangrijker dan het product, want een goede ondernemer verandert mee met de vraag als het product net even anders moet zijn. Het is net als in de horeca: de vent is de tent en de vrouw is het gebouw. Een goede ondernemer laat zich niet uit het veld slaan voor het is gelukt.”
“Wij zoeken rebels die een grote markt met luie spelers kunnen opschudden”
Wat maakt jullie investeringstraject anders dan van de banken?
“Wij stappen in als een bank er nog niet in gelooft. Banken zijn er namelijk vooral op ingesteld om te rekenen, niet om te voorspellen. Die zijn erop ingesteld een bepaald rendement te verwachten, maar begrijpen niet goed hoe een markt die nog niet bestaat zich kan ontwikkelen. Omdat mijn mede-investeerder en ik die kennis wel hebben, zien we veel sneller de potentie van een product dan uit de cijfers blijkt. Op het moment dat een bank financiering nog afwijst, stappen wij al wel in.”
“Onze kennis maakt het traject uiteraard anders dan met een bank. Wij kunnen veel meer coachen en sparren met ondernemers, hebben ingangen en weten hoe de hazen lopen in food. Dat is ook het verschil met angel investors en onze manier van financieren. Angels zijn vaak eenlingen die graag willen investeren in iets waar zij achter staan. Wij investeren vaak in een iets latere fase dan angels. Omdat wij een groep investeerders zijn met specifieke kennis van de markt, brengen we naast kapitaal veel verdieping en krachtige contacten. Dat brengt ondernemers financieel verder en ook als entrepreneur.”
Welke verwachtingen en verplichtingen brengen jouw betrokkenheid als investeerder mee?
“Wij hebben geen tijdlijn met een bepaald rendement dat in vijf jaar moet worden behaald, wat bij andere venture capital fondsen normaal is. Een bank stapt vaak zelfs helemaal niet in, omdat ze de risico’s te lastig in kunnen schatten. We hebben oog voor de omstandigheden van de ondernemer en kunnen het ook begrijpen als de markt zich net even anders of trager ontwikkelt. Soms kunnen investeerders beslissen wanneer een ondernemer zijn of haar bedrijf moet verkopen omdat zij het rendement willen incasseren. Dat doen wij niet. Natuurlijk zijn we wel realistisch, het is niet de bedoeling dat we te lang wachten op een doorbraak of weigeren te verkopen als we verwachten dat een bepaald optimum behaald kan worden. Maar we snappen denk ik beter dan de bank dat een verkoop of afscheid van een project dat niet loopt, soms emotioneel is. Die emoties zoeken we zelfs in ondernemers, want dat geeft ze een unieke drive.”
“Het is goed als een ondernemer emotioneel betrokken is bij zijn plan. Dat maakt hem uniek”
Waarom kies je ervoor juist te investeren in food?
“Om de eenvoudige reden dat ik er ervaring mee heb. Ik doorzie het als het product sterk is, maar het merk misschien niet meer van deze tijd. Dan kan alleen een marketingplan al een succesverhaal maken. Als je er zo lang en zo diep in zit als ik, en als mijn mede-investeerder – die mij de kneepjes van het vak leerde toen hij in mijn product geloofde – dan sta je boven de materie. Wat food interessant maakt, is de snelle afwisseling van trends. Eerst had iedereen het over vleesvervangers, vervolgens moesten alle producten opeens eiwitrijk zijn. In die dynamiek ontstaan telkens nieuwe kansen. Wij zoeken nieuwe producten in grote en sterke marktsegmenten. Ik maakte zelf naam met mijn pizzabodems op groentebasis. Pizza’s vormen een onverwoestbaar marktsegment, dus als je daarin kunt vernieuwen heb je iets goeds in handen. Eigenlijk zoeken wij rebels in een markt met grote spelers die een beetje lui geworden zijn. Die rebels voegen aan die sterke markt iets toe, dat bij de tijdgeest past, en dat maakt de grote spelers weer wakker om aan te haken. Die brug tussen niche en mainstream helpen wij bouwen.”
Hoe is jullie relatie met de ondernemers?
“We zijn dan wel de geldschieters, maar alles draait uiteindelijk om de ondernemers. Die moeten zich goed voelen. Dat is denk ik een voordeel van een gespecialiseerde investeerder die zelf ook ondernemerservaring heeft. De bank belt niet op als een pandemie al je plannen verknalt en het lijkt alsof je je droom uiteen ziet spatten. Wij wel. Omdat we snappen dat het eenzaam kan zijn. Kennis van de markt, oog voor en geloof in de ondernemer. Dat zijn de pijlers onder onze aanpak. Maar je moet wel eerst door een heel strenge ballotage: we verwachten een heldere visie, een sterk plan, de cijfers moeten op orde zijn en we kijken mee vanaf een omzet van rond de €250.000 per jaar. Je moet goed zijn en graag willen. Als we dan aan boord zijn met je, laten we je niet vallen tot we alles hebben gedaan om het te laten slagen.”