Van een wokrestaurant op haar 22e naar tien restaurants in verschillende steden in Nederland en grootse plannen voor een vestiging in Miami. Een enorme prestatie voor deze Chinese wervelwind, die pas op haar vijftiende naar Nederland kwam. Eveline Wu combineert een onblusbare liefde voor koken met een overdaad aan knetterende positieve energie en een rusteloze geest. “Ik móét ondernemen, maar ik ben meer dan Eveline de ondernemer.”
Een gesprek met Eveline Wu knettert en sprankelt. De lach is nooit ver weg, zelfspot, enthousiasme en een schouderophalende vanzelfsprekendheid geven een gevoel van huiselijkheid en vertrouwen. Het gaat zo prettig en vanzelf, dat je dreigt te vergeten dat hier een uitzonderlijk succesvolle zakenvrouw aan het woord is die honderden mensen in dienst heeft in haar tien restaurants, handenvol BN-ers tot haar vriendenkring mag rekenen en als tv-kok indrukwekkend aan de weg timmert. “Ik ben altijd Eveline gebleven. Eén zaak of tien zaken, dat maakt voor mij geen verschil.” Lachend: “Ik heb nog net zoveel problemen, het zijn alleen wat andere vraagstukken geworden.”
Eén vraagstuk waar Wu desgevraagd misschien minder mee zit dan andere ondernemers: personeel. “Mijn mensen maken 99% van mijn succes. Daarom wil ik ze nooit kwijt. Als zij graag willen doorgroeien, van medewerker naar manager, van manager misschien naar een grotere locatie of een andere functie… dan moet ik meegroeien en nieuwe bedrijven openen. Dat ik zo blij ben met mijn mensen is één van de belangrijkste drivers voor onze groei.” Goede mensen geven Wu op hun beurt de ruimte te doen waar zij goed in is. “Ik heb nu mensen om me heen verzameld die slimmer zijn dan ik en heel andere dingen kunnen en dat laat ik graag aan ze over. Ik geef mijn mensen graag vertrouwen en verantwoordelijkheid en probeer van ze te leren. Daar heb ik helemaal geen ego in. Als iemand me vertelt dat ik iets beter op een andere manier kan doen en dat klinkt logisch, probeer ik dat meteen.”
Michelinster
Inmiddels heeft ze dus tien goedlopende zaken in verschillende steden en bruist ze van de nieuwe plannen en dromen. Maar niet alles wat Wu aanraakt verandert in goud. Een aantal jaar geleden startte ze Wynwood op het oude industrieterrein van Strijp-S bij Eindhoven. Daar wilde ze eigenlijk een Michelinster behalen. “We kookten er fantastisch en de bediening was ook top, alleen was het een veel te grote zaak van wel 300 couverts. Door het niveau zaten we vooral in het weekend helemaal vol met mensen die heerlijk kwamen tafelen, maar op dinsdagavond was het restaurant misschien maar voor een derde gevuld. Na verloop van tijd besloten we om het concept toch om te toveren naar een ‘Mood’. Mood is mijn concept van Franse en Aziatische cuisine met een lagere drempel. Sindsdien zitten we altijd vol.”
Los van de volumes bij Wynwood, vraagt Wu zich inmiddels af of ze een Michelinster überhaupt nog ambieert. “Dat is zo keihard werken en vraagt zoveel aandacht, dat heb ik niet. Ik ken veel chefs van dat niveau en zij zijn elke dag aanwezig, van vroeg tot laat en zitten bovenop íeder detail. Ik heb twee kinderen, ouders, een vriend, vriendinnen en daar wil ik aandacht aan besteden. Mensen met een ster werken dag en nacht. Het is dé ultieme beloning, maar daar moet je ook een hoge prijs voor betalen. Ik was laatst uit eten bij Fred** in Rotterdam en dan ben ik wel stikjaloers op wat ze maken. Zo verfijnd, met zoveel aandacht en liefde en zorg, dat wil ik ook! Maar ja, ik maak andere keuzes op dit moment. Misschien als ik straks zestig ben en ik verkoop al mijn zaken. Dan open ik een restaurantje met tien couverts waar ik iedere avond twintig gangen kook. En als ik dan toch droom: dan heeft ook nooit iemand een voedselallergie en kan ik alles serveren wat ik wil.”
Mood in Miami
De toekomst brengt dus heel misschien ooit alsnog een Michelinster, maar heel waarschijnlijk ook een vestiging in het buitenland. Op een verrassende plek: Miami. “Ik vind Miami een heerlijke stad. Een goede vriendin woont daar en ik ken er veel mensen. Gek genoeg vind ik het niet zo spannend meer als toen ik in Rotterdam opende. Toen begon ik voor het eerst een Mood buiten mijn eigen vertrouwde omgeving. Nu ik heb gezien dat het daar ook werkt, voelt Miami minder spannend. Ik had me eigenlijk voorgenomen in 2023 even rustig aan te doen, maar dat vind ik erg moeilijk.” Wu staat altijd aan, verzet met haar aanstekelijke positieve energie bergen en sluit mensen schijnbaar moeiteloos aan. Is het niet af en toe goed even pas op de plaats te maken, te genieten van waar ze staat en even adem te halen? “Ik kan absoluut niet tegen stilzitten. Ik vind het nog steeds heerlijk iedere dag op de werkvloer aanwezig te zijn. De dynamiek van die zaken, de lachende mensen, gasten die je gedag zeggen en blij zijn, ik zou niet zonder willen. Dan ben ik zo trots. Dat maakt me gelukkig.
Horeca blijft het mooiste vak ter wereld. Daarom vond ik corona echt verschrikkelijk. Ik begrijp niets van sommige chefs die zeiden eindelijk tijd te hebben voor hun gezin of om zich te verdiepen in hun gerechten en leveranciers. Al mijn lege zaken maakten me verdrietig en ik kon mijn energie totaal niet kwijt. Ik kan me van die periode niets anders herinneren dan dat ik iedere dag boodschappen deed om weer iets nieuws te verzinnen om te maken voor mij en mijn kinderen. Die werden helemaal gek van me. Wilden ze even gamen, stond ik alweer klaar met eten dat ze moesten proeven. Elke dag weer wat nieuws, ze konden mijn eten niet meer zíén na een paar maanden. Ze zijn natuurlijk ook helemaal niet gewend dat ik zoveel thuis ben.”
Gekkenwerk
Drukte en dynamiek vormen de kern van wie Wu is. Ondanks dat, voelt ze een goed evenwicht tussen werk en privé. Hoe krijg je dat voor elkaar? “Ons gezin is in een heel fijne balans. Omdat ik met mijn ouders woon, hebben de kinderen altijd een basis en ze weten ook niet beter dan dat ze met de horeca zijn opgegroeid. Ze zijn het gewend dat ik laat thuis ben en dat we verjaardagen uitstellen. Dat het anders gaat dan bij klasgenoten maakt ze niets uit. Als ik er ben, dan ben ik er ook volledig voor mijn gezin en ik zorg dat ik me nooit helemaal op laat slokken door mijn werk. Ik móét ondernemen, maar ik ben meer dan Eveline de ondernemer. Ook al zal ik altijd verliefd blijven op koken, het mag nooit het enige zijn en mijn kinderen weten bijvoorbeeld heel goed dat zij op de eerste plaats komen. Het helpt dat ze inmiddels zelf parttime meewerken in de horeca en zelf zien waarom ik soms pas om twaalf uur thuis ben. Ik denk dat ik ver gekomen ben in de horeca omdat ik hard kan werken, enorm van koken houd én omdat familie er altijd onderdeel van was. Ik begon met een klein restaurant en we waren zeven dagen per week open. De hele familie werkte mee, zodat ik nooit personeel in hoefde te zetten als het rustig was. Nu heb ik tien zaken en loop ik over van de plannen. Het is gekkenwerk, maar het is het mooiste werk dat er is.”