Alleen als hij zorgen heeft, blokkeert de geest.
De bovenkamer van Jonnie Boer is constant in beweging: beelden, smaken en gedachten tuimelen over elkaar heen. En dankzij die mentale spaghetti ontstaat het nieuwe. Breekt hij met oude regeltjes en vindt hij waar hij naar op zoek is: inspiratie en creativiteit.
Hij reist graag. Als hij in beweging is in het buitenland en nieuwe geuren en smaken leert kennen, omarmt hij het onbekende. In Giethoorn ervaart hij de vrijheid in de natuur. In zijn kinderen bewondert hij het ongerepte denken. Koken is een ambacht, vindt Jonnie Boer. Hij is een ambachtsman, geen kunstenaar. Maar is niet alle grote kunst gemaakt door voortreffelijke ambachtslui? Was Rembrandt een prutser? Karel Appel een amateur? Jonnie Boer heeft de creativiteit van de kunstenaar en de vaardigheid van de grootmeester.