Half maart 2021 kreeg Robèr Willemsen, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, de sleutel van bar-restaurant Perron in Nieuwerkerk aan den IJssel. Aan het einde van coronajaar 2020 sprak Hans Steenbergen, oprichter van Food Inspiration, hem over de horeca en de lockdowns. Een robuuste Rotterdammer over zijn kracht en kwetsbaarheid. “Mijn kinderen vroegen aan mij: gaan we failliet?”
Foto's door: Rahi Rezvani
De tweede lockdown is moeilijker dan de eerste, merkt Willemsen op. Niet dat hij vreest voor de toekomst van zijn eigen bedrijven: “Ik ben ervan overtuigd dat we erdoorheen komen. En als we weer open mogen, zien we opnieuw de passie van het personeel en de blijheid en medewerking van de gast. Net zoals we toen in juni bij de heropening hebben ervaren”, weet hij.
De vrees gaat over iets anders. “Ik zie mensen en bedrijven kapotgaan, ik zie de moraal breken. De steun van de overheid is niet voldoende. Een derde van de salariskosten moeten we zelf betalen, de vaste lasten lopen door. Het klopt gewoon niet. Die oneerlijkheid over wat ons overkomt, ervaar ik nog elke dag.” Want als hij met politici praat ziet hij geen begrip voor de situatie van horecaondernemers.
“Als we weer open mogen, zien we opnieuw de passie van het personeel en de blijheid en medewerking van de gast.”
Een week voor dit interview was hij met KHN-directeur Dirk Beljaarts op bezoek in het Torentje van premier Rutte. “De premier vroeg letterlijk aan mij: hoe zit het bij jouw bedrijven? Ik legde hem de rekensom voor met het bedrag dat ik er zelf instop. Toen merkte hij op dat daar de steunpakketten zeker nog van af moesten. Nee, zei ik, de steun is er al van afgetrokken! Dit heb ik gekregen, dit leg ik zelf bij. Hij ging er goed mee om, maar ik vind het schrijnend dat zoveel mensen nog niet weten dat 50 tot 60 procent van onze branche dik onder water staat. De horeca heeft zijn pensioengelden en spaarcentjes al aangesproken tijdens de eerste lockdown. We hebben mooie steunpakketten gekregen maar er is bijna vijf miljard aan eigen vermogen ingegaan. Dat hebben de ondernemers al bijgelegd. Het geld is gewoon op.”
Wat is je ervaring met het politieke overleg?
“Ik ben erg teleurgesteld geraakt in de politiek. Ik ben altijd iemand geweest die het glas halfvol ziet. En mijn kinderen voed ik op met de boodschap dat we door samenwerking een heel mooi land hebben opgebouwd. Maar ik heb de afgelopen zeven maanden de politiek ervaren als onbetrouwbaar. Je komt constant in een groot onderhandelingsspel terecht, waarbij iedereen zijn eigen belangen heeft: die van de partij en die van de coalitie die krampachtig bij elkaar wordt gehouden, die van een veiligheidsregio of een stad. Ik baal er enorm van dat ik mijn vertrouwen heb verloren. Het staat haaks op mijn waarden. Als ik zakelijk moet handelen op basis van wantrouwen, dan kap ik ermee. Je moet eerlijk naar elkaar zijn.”
Kom je niet klem te zitten? Je moet wel zaken doen met de overheid. Aan de andere kant heb je een achterban die in de moeilijkheden zit.
“Ja natuurlijk. Sinds de tweede lockdown is de toon naar mij en Dirk grimmiger geworden. Ik heb daar alle begrip voor omdat ik dezelfde frustratie voel. Maar ik geloof niet dat wij net als de boeren het Malieveld moeten bezetten. 80 procent van het volk voelt niets van deze crisis. Er is nog steeds brede steun voor alle maatregelen. En het volk, dat zijn onze gasten. Het past ons niet om acties te gaan doen die de mensen tegen gaan staan. Je wilt niet dat gasten negatiever over ons gaan denken en ons gaan mijden. De horeca wil vooruitkijken, we willen onze energie steken in positieve dingen. We willen anderen niet benadelen.”
Hoe zit het met de steun van je achterban?
“We houden regelmatig enquêtes over ons beleid. Tussen de vijf- en zesduizend onderzoeken krijgen we ingevuld terug, op een ledental van twintigduizend is dat veel. Zo’n 70 procent kiest de lijn die we volgen. En die is: harder als het nodig is, maar we blijven in overleg. 15 procent wil een meer diplomatieke aanpak. En zo’n 15 procent wil keiharde actie. Maar wat daaronder verstaan wordt, is onduidelijk. Ik heb begrip voor de boze 15 procent.
Als je een club hebt, of een discotheek, of een café zonder terras, dan kun je geen kant op. Dat geldt ook als je een startende ondernemer bent, of een bedrijfscateraar, of als je een bowlingbaan met eten en drinken runt, die vervolgens door de overheid als sportaccommodatie wordt aangemerkt zodat je geen recht hebt op steun.
In de ogen van de overheid ben je een sbi-code (de standaard bedrijfsindeling van de Kamer van Koophandel die de economische activiteit definieert. Op grond van de toegewezen sbi-code wordt bepaald of een bedrijf in aanmerking komt voor NOW -red). Wat daarachter zit, wil men niet zien. Wij kunnen ons dat niet voorstellen, omdat je als horecaman of -vrouw altijd denkt vanuit de mens.”
Wanneer neem je rust?
“Je ziet het niet aan mij, maar ik train een aantal keren per week. Mijn personal trainer vindt het onvoorstelbaar hoeveel lucht ik nog heb. Ik ben natuurlijk te zwaar en ik blijf maar doorgaan. Dat komt ook door de adrenaline, zegt hij. Maar ik heb de energie. Ik slaap zo’n vijf à zes uur per nacht, dat doe ik mijn hele leven lang al. Ik heb me ook niet slecht gevoeld, buiten die ene week in april dan. Ik heb wel mijn zomervakantie geannuleerd vanwege de rechtszaak tegen de staat die in augustus speelde. Ik ben wel bang dat als de vakantie komt, ik de man met de hamer tegenkom.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
“We hebben nog wel drie jaar nodig om de verliezen door corona op te vangen. Gelukkig heb ik gezien dat de behoefte voor ons product enorm groot is. Ik heb er dus alle vertrouwen in. De ondernemers moeten alleen heel goed opletten wie de rekening van de crisis gaat betalen. De politiek moet goed beseffen dat als de zon voor ons weer gaat schijnen, we niet ineens boven Jan zijn. Zelf wil ik graag uitbreiden en ga ik op zoek met mijn mensen naar mooie plekken om nieuwe bedrijven te starten. Daar krijg ik veel energie van. En tot 1 juni 2022 blijf ik me keihard inzetten als voorzitter om de branche te begeleiden. Ik ga het afmaken, er moet veel gebeuren.”
“De politiek moet goed beseffen dat als de zon voor ons weer gaat schijnen, we niet ineens boven Jan zijn.”
Wil je nog iets kwijt?
“Het is een cliché, maar ondanks dat het een rottijd is, komt er wel onvoorstelbaar veel energie uit de branche. Natuurlijk zitten mensen met de handen in het haar, is er paniek en doen mensen lelijk. Maar er zijn ook zoveel horecamensen die elke dag energie geven door bijvoorbeeld hun mensen in de zorg te laten werken. Daar ben ik heel erg trots op.”