"Iedereen kent ons op het eiland en leeft mee."
De afgelopen tijd was misschien wel nergens vreemder dan op de Waddeneilanden. Zoals op Terschelling: de toeristen die zorgen voor omzet, de festivals en de strandpaviljoens, alles werd dit voorseizoen ontmoedigd, stopgezet en afgelast. En dat op een eiland van 5000 inwoners die voor een belangrijk deel direct of indirect afhankelijk zijn van de inkomsten uit toerisme…
Ondernemer Frans van der Meeren is ondernemer op een schitterende plek. ’t Golfje bevond zich tot half maart op een bruisend eiland dat zich voorbereidde op de toptijd van Pasen, theaterfestival Oerol waar ieder jaar tienduizenden bezoekers op afkomen, en een mooie zomer. Tot corona. Frans: “Het viel overal natuurlijk stil, maar op de Wadden werd de belangrijke doelgroep van toeristen ook nog eens specifiek ontmoedigd om te komen. Net als iedereen zijn we maar gaan klussen en opknappen. Maar daar waren we half mei wel klaar mee. Toen zijn we voorzichtig begonnen met het aanbieden van bouwpakketjes om thuis een viergangenmenu te maken.”
Eerste jaar
Frans en zijn partner Kik ondernemen pas sinds 2019 in het restaurantje. Veel tijd om spek op de botten te krijgen hadden ze nog niet, maar met mooie vermeldingen in de Lekker en gidsen van Gault & Millau en Michelin hoopten ze 2020 een mooi seizoen te gaan draaien. “Dit eerste volledige ondernemingsjaar verloopt wel even anders dan we hadden gedacht ja”, beaamt Frans. “Zeker met het Oerolfestival dat wegvalt. Dat is zo groot geworden, dat het voor veel horeca op het eiland echt het seizoen doet slagen. Voor ’t Golfje valt het dan nog wel mee. Natuurlijk moeten we wel aanpassen maar we zijn een kleine zaak die het niet van de massa en meerdere shifts op een avond moet hebben. In plaats van iets meer dan twintig gasten, kunnen we er nu veertien of vijftien kwijt.” Door de aanpassingen en het wegvallen van maanden aan topomzet, moesten Frans en Kik wel snoeien in de werknemers. “We waren van plan een aantal krachten aan te nemen zodat we niet zelf de volledige zomer hoefden te draaien. Dat hebben we gelukkig nog af kunnen zeggen. We gaan het deze zomer gewoon weer met zijn tweeën doen.”
Nieuwe doelgroep
Het is misschien een nadeel dat je op een eiland zit met maar een beperkte afzetmarkt. Maar tegelijkertijd merkte Frans dat het een groot voordeel is om onderdeel te zijn van een gemeenschap. “Iedereen kent ons op het eiland en leeft mee. De huisbaas dacht bijvoorbeeld meteen mee en de leveranciers snappen je situatie. Doordat iedereen ons wilde steunen, liepen de afhaalmenu’s heel goed en konden we toch nog een klein beetje cashflow op gang houden. En het was even angstig toen niemand meer naar het eiland mocht reizen, maar nu is het wel een voordeel om een bedrijf in Nederland te hebben. Vliegen en verre reizen zijn nu ingewikkeld en daardoor is het eiland booming met aanvragen voor de rest van het jaar. We moeten weliswaar vaker ‘nee’ verkopen omdat we minder plek hebben dan vroeger, maar doordat we de afhaalmenu’s blijven aanbieden hebben we een heel nieuwe doelgroep ontdekt: ouders met kleine kinderen die in de buurt een huisje huren die normaal gesproken niet zo snel naar ’t Golfje zouden komen. Die stoppen de kleintjes nu eerst vol met pannenkoeken en maken als de kinderen op bed liggen een heerlijk viergangenmenu in hun huisje. Die behoefte hadden we nooit ontdekt als we deze crisis niet hadden gehad.”
Positieve energie
Normaal bouwt de horeca op het eiland in de zomer de buffer op voor de rustiger winter. Dat wordt dit seizoen lastig. Maar daar maakt Frans zich voorlopig nog niet te druk om. “We zijn vooral heel blij dat we 1 juni weer open mochten en de reserveringen meteen binnen stroomden. En mijn werk is weer wat leuker geworden doordat ik noodgedwongen mee loop in de bediening. Ik zet nu veel gerechten in en geef uitleg erbij. Dat waarderen de gasten enorm en dat geeft weer heel veel positieve energie. Daarnaast merk ik dat er meer aandacht is voor lokale ingrediënten. Gasten zijn wakker geschud dat we ons eten niet klakkeloos van over de hele wereld naar ons bord moeten slepen. Dat is voor een restaurant op een eiland natuurlijk alleen maar reclame. De scheermessen die onze gasten ’s middags zien tijdens een wandeling, de producten uit zee, de gewassen en kruiden, die komen allemaal terug op het bord. Ik had de afgelopen maanden de tijd om onze kruiden- en moestuin perfect op orde te krijgen. Als de gasten over het eiland zwerven, hier neerstrijken en uitkijken over die bloeiende tuin, dan zien ze dat allemaal terug op hun bord. Dat geeft ons concept weer nieuwe kracht. Corona zorgt voor een herwaardering van wat wij hier altijd al deden.”
Meer verhalen uit de crisis vind je in het Food Inspiration magazine
Foto’s: Restaurant ‘t Golfje