Het afgelopen jaar wordt er steeds meer gesproken over het aan banden leggen van fastfood, om gezond eten te stimuleren. NRC plaatste er deze week zelfs een drieluik over. Maar volgens Inga Blokker, directeur van het FoodService Instituut Nederland (FSIN), is het de hoogste tijd voor een ander geluid in de fastfood-discussie.
Laat ik beginnen met een disclaimer: ik ben helemaal vóór meer gezonde consumptie en ik denk dat het belangrijk is dat we daar als samenleving een constructieve discussie over voeren. We worden te dik en dat komt mede doordat we vaak geen energie hebben om de juiste keuzes te maken en onszelf dan ‘belonen’ met ongezond eten. Consument, foodsector en overheid hebben in deze problematiek allemaal een verantwoordelijkheid te nemen.
De discussie van de laatste tijd vind ik echter nogal opportunistisch van aard; gemakkelijk scoren met een politiek correct verhaal, wat tot nu toe weinig inhoudelijk tegengeluid krijgt. Het verhaal klinkt goed, maar de nuance ontbreekt en er wordt al helemaal niet gekeken naar (verkoop)cijfers. We zoeken een zondebok, vinden die in fastfood en verzuimen te kijken naar het echte probleem: te veel stress en te weinig beweging bij de consument.
Cijfers fastfood
Nederlandse supermarkten verkochten in 2021 voor zo’n 40 miljard euro aan eten en drinken. Ter vergelijking: de omzetten van alle grote fastserviceketens én snackbarketens uit onze FSIN Food500 2022 bij elkaar opgeteld, komen gezamenlijk uit op 1,6 miljard euro, ongeveer 4% van de supermarktomzet. Natuurlijk verkoopt een supermarkt lang niet alleen maar ongezond eten, maar wanneer je kijkt naar de omzet van supermarkten aan snoep en koek alleen, is dat al veel meer dan twee keer zoveel als de totaalomzet van fastservice- en snackbarketens. En dan heb ik het nog niet eens over de flessen frisdrank, saucijzen- en kaasbroodjes, stapels vleesproducten, diepvriespizza’s, zakken ingevroren patat en zoete zuiveldrankjes die de supermarkttoonbanken passeren. Vaak nog in de aanbieding ook. Bovendien is fastfood veel duurder dan eten dat wordt gekocht in de supermarkt. Als je de vuistregel hanteert dat eten in een fastfoodrestaurant ongeveer drie keer zo duur is dan alle producten los kopen in een supermarkt, betekent dat dat de impact van fastfood op het totale volume aan ongezond eten in onze samenleving veel kleiner is dan je aanvankelijk zou denken.
Gemakkelijk doelwit
Toch worden de fastservice- en snackbarketens volop ‘gezocht’ in deze discussie. Ik begrijp het ook: fastfoodketens zijn politiek gezien een gemakkelijk doelwit. In de praktijk zijn zij echter helemaal niet de kern van het probleem. Ze hebben weliswaar een slecht imago – ze verkopen tenslotte ‘alleen maar’ ongezond eten (wat overigens niet zo is) – maar met al ‘hun’ ongezonde eten bij elkaar opgeteld, kom je nog maar aan een fractie van het totaal dat wordt genuttigd aan ongezonde producten.
Betekent dit dat fastfoodrestaurants geen verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun aandeel in deze problematiek? Zeker wel, en ik zie dat zij dat ook steeds vaker doen. Discussies over gezondheid en duurzaamheid hebben ook fastfoodland bereikt. Grote ketens zijn bezig met het toevoegen van gezondere producten en vleesvervangers en proberen de verkoop van gezonde alternatieven te stimuleren. Er gebeurt al veel, al mag er wat mij betreft nog véél meer gedaan worden om consumenten op een positieve manier gezonder te laten eten. Oók in fastfood.
Wat overigens niet wegneemt dat we tegelijkertijd ook af en toe best eens mogen genieten van ‘ongezonde’ producten. In een overwegend gezonde levensstijl kan af en toe een ‘ongezonde’ maaltijd geen kwaad. Dat lijken we soms even te vergeten in de hele fastfood-discussie.
De rol van supermarkten
De verantwoordelijkheid die fastfoodrestaurants moeten nemen, geldt echter ook voor supermarkten, die bijvoorbeeld ‘tussen de middag’ ook hordes scholieren zien binnenkomen om hun (vaak ongezonde) producten te scoren. Net als de fastservice- en snackbarketens nemen ook supermarkten gelukkig steeds vaker en nadrukkelijker hun verantwoordelijkheid. Toch is het jammer dat in deze discussie vooral naar een zondebok wordt gezocht, en dat die wordt gevonden in fastfood; de discussie drijft daardoor af van de inhoud en helpt niet om tot goede maatregelen te komen. De huidige discussie wakkert een oneerlijke concurrentiepositie in de foodsector aan, terwijl foodservice al geen al te sterke uitgangspositie heeft ten opzichte van de supermarkten. Ik vind dat je, als je gezondheid wilt stimuleren, voor maatregelen moet kiezen die voor alle partijen hetzelfde uitpakken. Laat het vervolgens aan de sector over om de meest creatieve, leuke en gezonde alternatieven en oplossingen te bedenken. Ik geloof véél meer in een belasting op suiker of het goedkoper maken van groente en fruit, dan in fastfoodketens eenzijdig in het verdomhoekje zetten. De Nederlandse overheid kan hierbij het goede voorbeeld geven en laten zien hoe het moet door creativiteit te promoten, en goed gedrag te belonen.